Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Numeri - Numeri 11

Numeri 11:6-16

Help us?
Click on verse(s) to share them!
6nu drogen we uit, en krijgen we niets dan dat manna te zien.
7Het manna leek op korianderzaad, en zag er uit als geurige hars.
8Het volk trok er op uit, om het bijeen te rapen, maalde het met de molen of stampte het fijn in de vijzel, kookte het in een pot, en maakte er koeken van; en het had de smaak van oliegebak.
9En wanneer des nachts de dauw op de legerplaats viel, daalde ook het manna erop neer.
10Toen Moses het volk hoorde klagen, het ene gezin na het andere, iedereen bij de ingang van zijn tent, ontstak Jahweh in heftige toorn. Maar ook Moses werd boos,
11en hij sprak tot Jahweh: Waarom doet Gij uw dienaar dit leed aan, en vind ik zo weinig genade in uw ogen, dat Gij mij de last van heel dit volk maar laat torsen?
12Heb ik al dat volk soms ontvangen of gebaard, dat Gij tegen mij zegt: Draag het in uw schoot, zoals een verpleegster een zuigeling draagt, naar het land, dat Gij aan hun vaderen onder ede beloofd hebt.
13Waar haal ik het vlees vandaan, om aan al dat volk te geven; want het jammert tegen mij: Geef ons toch vlees te eten!
14Ik kan al dat volk niet alleen dragen: het is mij te zwaar.
15Wanneer Gij mij zo blijft behandelen, dood mij dan liever, indien ik genade gevonden heb in uw ogen, opdat ik mijn ellende niet langer hoef aan te zien.
16Toen sprak Jahweh tot Moses: Kies Mij zeventig mannen uit onder de oudsten van Israël, van wie ge weet, dat ze de oudsten van het volk en zijn leiders zijn; breng ze bij de openbaringstent en dat zij zich daar met u opstellen.

Read Numeri 11Numeri 11
Compare Numeri 11:6-16Numeri 11:6-16