Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Numeri - Numeri 10

Numeri 10:9-29

Help us?
Click on verse(s) to share them!
9En wanneer gij in uw land ten strijde trekt tegen den vijand, die u belaagt, dan moet ge op de trompetten schetteren; zo zult ge bij Jahweh, uw God, in herinnering worden gebracht, en van uw vijanden worden verlost.
10Ook op uw vreugdedagen en feesten, en op de eerste dag van uw maanden, moet ge bij uw brand- en uw vredeoffers op de trompetten blazen; zo zullen zij u bij uw God in herinnering brengen. Ik ben Jahweh, uw God!
11In het tweede jaar, in de tweede maand, op de twintigste dag van de maand verhief zich de wolk boven de verbondstabernakel.
12Toen braken de Israëlieten op, en trokken van halte tot halte uit de woestijn van de Sinaï weg. Eerst in de woestijn Paran bleef de wolk rusten.
13Dit was de eerste keer, dat zij optrokken volgens Jahweh’s bevel, dat hun door Moses was meegedeeld.
14Het eerst trok de banier van het leger der Judeërs op, naar hun afdelingen ingedeeld. Over hun eigen afdeling stond Naässon, de zoon van Amminadab;
15over de afdeling van de stam der Issakarieten stond Netanel, de zoon van Soear;
16over de afdeling van de stam der Zabulonieten stond Eliab, de zoon van Chelon.
17Dan werd de tabernakel neergehaald, en braken de zonen van Gersjon en Merari op, die de tabernakel moesten dragen.
18Daarna trok de banier van het leger der Rubenieten op, naar hun afdelingen ingedeeld. Over hun eigen afdeling stond Elisoer, de zoon van Sjedeoer;
19over de afdeling van de stam der Simeonieten stond Sjeloemiël, de zoon van Soerisjaddai;
20over de afdeling van de stam der Gadieten stond Eljasaf, de zoon van Deoeël.
21Dan braken de zonen van Kehat op, die de heilige zaken moesten dragen. Als zij ergens aankwamen, had men de tabernakel weer opgericht.
22Vervolgens trok de banier van het leger der Efraïmieten op, naar hun afdelingen ingedeeld. Over hun eigen afdeling stond Elisjama, de zoon van Ammihoed;
23over de afdeling van de stam der Manassieten stond Gamliël, de zoon van Pedasoer;
24over de afdeling van de stam der Benjamieten stond Abidan, de zoon van Gidoni.
25Als achterhoede van alle legers trok de banier van het leger der Danieten op, naar hun afdelingen ingedeeld. Over hun eigen afdeling stond Achiézer, de zoon van Ammisjaddai.
26Over de afdeling van de stam der Aserieten stond Pagiël, de zoon van Okran;
27over de afdeling van de stam der Neftalieten stond Achira, de zoon van Enan.
28Dit was de rangschikking der Israëlieten, ingedeeld naar hun afdelingen. Toen zij vertrokken,
29sprak Moses tot zijn schoonvader Chobab, den zoon van Reoeël, den Midjaniet: Wij vertrekken naar de plaats, die Jahweh ons beloofd heeft te geven. Ga met ons mee, en wij zullen goed voor u zijn; want Jahweh heeft geluk beloofd aan Israël.

Read Numeri 10Numeri 10
Compare Numeri 10:9-29Numeri 10:9-29