Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Marcus - Marcus 8

Marcus 8:5-17

Help us?
Click on verse(s) to share them!
5Hij vroeg hun: Hoeveel broden hebt gij? Ze zeiden: Zeven.
6Toen beval Hij de schare, zich neer te zetten op de grond. Hij nam de zeven broden, sprak een dankzegging uit, brak ze, en gaf ze aan zijn leerlingen, om ze hun aan te bieden. En ze reikten ze uit aan het volk.
7Ook hadden ze enkele visjes; Hij sprak er de zegen over uit, en beval ook deze aan te bieden.
8Ze aten, en werden verzadigd; en ze zamelden de overgeschoten brokken bijeen: zeven korven vol.
9Er waren daar ongeveer vier duizend mannen. Toen liet Hij ze gaan.
10Onmiddellijk daarna ging Hij met zijn leerlingen in de boot, en begaf Hij zich naar de streek van Dalmanoeta.
11Nu kwamen de farizeën, en begonnen met Hem te twisten: ze eisten van Hem een teken uit de hemel, om Hem op de proef te stellen.
12Hij zeide met een diepe zucht: Wat, eist dit geslacht een teken? Voorwaar, Ik zeg u: aan dit geslacht zal geen teken worden gegeven.
13Hij verliet ze, ging weer de boot in, en voer naar de overzijde terug.
14Maar ze hadden vergeten brood mee te nemen, zodat ze niet meer dan één brood bij zich aan boord hadden.
15Toen vermaande Hij hen, en zeide: Let op, en wacht u voor het zuurdeeg der farizeën en voor het zuurdeeg van Herodes!
16Ze redeneerden onder elkander, dat het was, omdat ze geen brood bij zich hadden.
17Jesus merkte het, en sprak tot hen: Wat bespreekt gij toch met elkander; dat gij geen brood hebt? Hebt gij nu nog geen verstand of begrip? Is uw hart soms verstokt?

Read Marcus 8Marcus 8
Compare Marcus 8:5-17Marcus 8:5-17