Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Leviticus - Leviticus 14

Leviticus 14:34-46

Help us?
Click on verse(s) to share them!
34Wanneer gij in het land Kanaän komt, dat Ik u in bezit zal geven, en Ik op uw grondgebied een huis met melaatsheid sla,
35dan moet de eigenaar van het huis den priester gaan zeggen: Er is iets in mijn huis, dat op melaatsheid lijkt.
36En nog voor hij de ziekte komt onderzoeken, zal de priester bevelen, het huis te ontruimen, opdat niet al wat in het huis is, onrein wordt. Daarna zal de priester het huis gaan bezichtigen.
37Bemerkt hij nu, dat de ziekte werkelijk in de wanden van het huis zit, en er groene of roodachtige kuiltjes in zijn, die opvallend dieper liggen dan het muurvlak,
38dan moet de priester het huis verlaten, zich naar de deur van het huis begeven, en het huis zeven dagen lang sluiten.
39Op de zevende dag moet de priester terugkomen. Bemerkt hij nu, dat de ziekte zich verder over de wanden van het huis heeft verspreid,
40dan moet hij gelasten, de stenen weg te breken waarin de ziekte zit, en die buiten de stad op een onreine plaats te werpen.
41Vervolgens moet men het huis van binnen aan alle kanten afkrabben, en het afgekrabde leem buiten de stad op een onreine plaats werpen.
42Daarna moet men andere stenen nemen en ze in de plaats van die stenen zetten, en andere leem, om daarmee het huis te bestrijken.
43Wanneer na het wegbreken der stenen en het afkrabben en het bepleisteren van het huis de ziekte opnieuw in het huis uitbreekt,
44dan moet de priester nog eens komen. Bemerkt hij nu, dat de ziekte zich verder in het huis heeft verspreid, dan is er kwaadaardige melaatsheid in het huis; het is onrein.
45Men moet het huis afbreken, en de stenen, de balken en al het leemwerk van het huis buiten de stad naar een onreine plaats brengen.
46Wie het huis binnengaat al de tijd, dat men het gesloten heeft, is tot de avond onrein,

Read Leviticus 14Leviticus 14
Compare Leviticus 14:34-46Leviticus 14:34-46