36Uit de stam Ruben: Béser, Jáhas,
37Kedemot en Mefáat, met hun weidegronden; vier steden.
38Uit de stam Gad: Ramot, de vrijstad voor den moordenaar in Gilad, met Machanáim,
39Chesjbon en Jazer, met hun weidegronden; vier steden.
40In het geheel dus twaalf steden volgens lot voor de overblijvende levietische families der Merarieten.
41Alles tezamen waren er dus te midden van de bezittingen der Israëlieten acht en veertig Levieten-steden met bijbehorende weidegronden.