17met al zijn steden op die vlakte: Dibon, Bamot-Báal, en Bet-Báal-Meon,
18Jáhas, Kedemot en Mefáat,
19Kirjatáim, Sibma en Séret-Hassjáchar op het gebergte der vallei,
20Bet-Peor met de hellingen van de Pisga en Bet-Hajjesjimot;
21vervolgens alle steden der vlakte met het hele rijk van den Amorietenkoning Sichon, die in Chesjbon regeerde, en dien Moses verslagen had met de midjanietische vorsten: Ewi, Rékem, Soer, Choer en Réba, welke als Sichons vazallen dit land bewoonden,
22en tegelijk met den waarzegger Balaäm, den zoon van Beor, door de Israëlieten met het zwaard waren gedood.
23De grens van Ruben was de Jordaanstreek. Dit is het erfdeel van de families der Rubenieten: de steden met de bijbehorende dorpen.