Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Johannes - Johannes 7

Johannes 7:19-30

Help us?
Click on verse(s) to share them!
19Heeft Moses u niet de Wet gegeven? En toch niemand van u onderhoudt de Wet.
20Waarom zoekt gij Mij te doden? De menigte antwoordde: Gij zijt van den duivel bezeten; wie zoekt U te doden?
21Jesus antwoordde hun, en sprak: Slechts één enkel werk heb Ik verricht, en toch staat gij allen daarover versteld.
22Moses heeft u de besnijdenis gegeven; niet dat ze van Moses afkomstig is, maar van de aartsvaders; en op sabbat dient gij iemand de besnijdenis toe.
23Zo iemand op sabbat de besnijdenis ontvangt, om niet de Wet van Moses te schenden, zijt gij dan verbitterd op Mij, omdat Ik een mens heel en al gezond heb gemaakt op de sabbat?
24Oordeelt niet naar de uiterlijke schijn, maar velt een rechtvaardig oordeel.
25Sommigen van de Jerusalemmers zeiden: Is Hij het niet, dien men zoekt te doden?
26En zie, Hij spreekt in het openbaar, en men zegt Hem niets. Zouden dan de overheden werkelijk hebben erkend, dat Hij de Christus is?
27Maar van Hem weten we, waar Hij vandaan is; als echter de Christus komt, weet niemand, waar Hij vandaan komt.
28Toen leerde Jesus met luider stem in de tempel, en sprak: Gij kent Mij, en gij weet ook, waar Ik vandaan ben? En toch ben Ik niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij, die Mij gezonden heeft, is de Waarachtige; Dien kent gij niet.
29Ik ken Hem wel, omdat Ik van Hem ben uitgegaan, en omdat Hij Mij heeft gezonden.
30Toen zocht men Hem gevangen te nemen; toch sloeg niemand de hand aan Hem, omdat zijn uur nog niet was gekomen.

Read Johannes 7Johannes 7
Compare Johannes 7:19-30Johannes 7:19-30