59Zo sprak Hij bij zijn onderrichting in de synagoge van Kafárnaum.
60Velen van zijn leerlingen, die het hadden gehoord, zeiden: Dit woord is hard; wie kan naar zo iets luisteren?
61Maar Jesus, die wist dat zijn leerlingen daarover morden, sprak tot hen: Ergert u dit?
62En wanneer gij nu den Mensenzoon eens ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was?
63Het is de geest, die leven brengt; het vlees brengt niets daartoe bij. De woorden, die Ik tot u sprak, zijn geest en leven.