Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Johannes - Johannes 6

Johannes 6:52-63

Help us?
Click on verse(s) to share them!
52Maar de Joden twistten onder elkander, en zeiden: Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?
53Jesus sprak tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo gij het vlees van den Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, dan hebt gij het leven niet in u.
54Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft het eeuwige leven, en Ik zal hem op de jongste dag doen verrijzen.
55Want mijn vlees is waarlijk spijs, en mijn bloed is waarlijk drank.
56Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem.
57Zoals de Vader die leeft, Mij heeft gezonden, en Ik leef door den Vader, zó zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij.
58Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Niet een brood als de vaders hebben gegeten en toch zijn gestorven; wie dit brood eet zal leven in eeuwigheid.
59Zo sprak Hij bij zijn onderrichting in de synagoge van Kafárnaum.
60Velen van zijn leerlingen, die het hadden gehoord, zeiden: Dit woord is hard; wie kan naar zo iets luisteren?
61Maar Jesus, die wist dat zijn leerlingen daarover morden, sprak tot hen: Ergert u dit?
62En wanneer gij nu den Mensenzoon eens ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was?
63Het is de geest, die leven brengt; het vlees brengt niets daartoe bij. De woorden, die Ik tot u sprak, zijn geest en leven.

Read Johannes 6Johannes 6
Compare Johannes 6:52-63Johannes 6:52-63