Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Johannes - Johannes 6

Johannes 6:39-50

Help us?
Click on verse(s) to share them!
39Welnu, dit is de wil van Hem, die Mij heeft gezonden, dat Ik niets verloren laat gaan van wat Hij Mij heeft gegeven, maar dat Ik het op de jongste dag doe verrijzen.
40Dit is de wil van den Vader, die Mij gezonden heeft, dat wie den Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft, en dat Ik hem op de jongste dag zal doen verrijzen.
41Maar de Joden morden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het brood, dat uit de hemel is neergedaald.
42En ze zeiden: Is deze niet Jesus, de zoon van Josef, wiens vader en moeder we kennen? Hoe zegt Hij dan: Ik ben uit de hemel neergedaald?
43Jesus antwoordde hun, en sprak: Mort toch niet onder elkander.
44Niemand kan tot Mij komen, zo de Vader, die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem op de jongste dag doen verrijzen.
45Er staat geschreven bij de profeten: “En allen zullen zij onderricht worden door God”. Wie naar den Vader luistert en door Hem is onderricht, hij komt tot Mij.
46Niet dat iemand den Vader gezien heeft; alleen Hij die van God stamt, Hij heeft den Vader gezien.
47Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft het eeuwige leven.
48Ik ben het brood des levens.
49Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn, en ze zijn gestorven.
50Dit is het brood, dat uit de hemel nederdaalt: eet men daarvan, dan sterft men niet.

Read Johannes 6Johannes 6
Compare Johannes 6:39-50Johannes 6:39-50