Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Johannes - Johannes 6

Johannes 6:27-37

Help us?
Click on verse(s) to share them!
27Arbeidt niet voor de spijs die vergaat, maar voor de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, en die de Mensenzoon u zal geven. Want op Hem heeft God, heeft de Vader zijn zegel gedrukt.
28Ze zeiden Hem dan: Wat moeten we doen, om de werken Gods te verrichten?
29Jesus antwoordde hun: Dit is het werk van God: dat gij gelooft in Hem, dien Hij gezonden heeft.
30Ze zeiden Hem: Wat voor teken verricht Gij dan wel, dat ons overtuigt, zodat we in U geloven? Wat doet Gij eigenlijk?
31Onze vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten, zoals er geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft Hij hun te eten gegeven”.
32Nu sprak Jesus tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Moses heeft u geen brood gegeven, dat uit de hemel kwam, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel;
33want het brood, dat uit de hemel neerdaalt, is het brood van God, dat leven aan de wereld schenkt.
34Ze zeiden Hem dan: Heer, geef ons dit brood voor immer.
35Jesus sprak tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nimmer meer dorst lijden.
36Maar Ik heb het u gezegd: gij hebt Mij gezien, en toch gelooft gij niet.
37Al wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen; en wie tot Mij komt, zal Ik niet buiten werpen.

Read Johannes 6Johannes 6
Compare Johannes 6:27-37Johannes 6:27-37