10Hij was in de wereld, En ofschoon de wereld door Hem was ontstaan, Erkende de wereld Hem niet.
11Hij kwam in zijn eigen bezit; Ook de zijnen ontvingen Hem niet.
12Maar aan allen, die Hem ontvingen, Gaf Hij de macht, Gods kinderen te worden: Aan allen, die in zijn Naam geloven,
13Die niet uit bloed, Noch uit de wil van vlees of man, Maar die uit God zijn geboren.