28Maar Paulus riep met luider stem: Doe uzelf geen kwaad; want we zijn allen nog hier.
29Hij vroeg om licht, snelde naar binnen, en viel sidderend Paulus en Silas te voet.
30Hij bracht ze naar buiten, en zeide: Heren, wat moet ik doen, om gered te worden?
31Ze zeiden: Geloof in den Heer Jesus, en ge zult gered worden met uw gezin.