9Ook hij hoorde Paulus spreken. Deze nam hem nauwkeurig op, zag, dat hij het geloof bezat, om redding te bekomen,
10en riep met luider stem: Sta recht op uw voeten. En hij sprong op, en liep.
11Toen de menigte zag, wat Paulus gedaan had, jubelde ze in het lukaonisch: De goden zijn in menselijke gedaante tot ons neergedaald.
12Bárnabas noemden ze Júpiter, en Paulus Hermes omdat deze het woord had gevoerd.