Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Handelingen - Handelingen 13

Handelingen 13:18-25

Help us?
Click on verse(s) to share them!
18Toen heeft Hij veertig jaar ongeveer in de woestijn hen vertroeteld.
19Hij heeft zeven volkeren in het land van Kánaän verdelgd, en hun het land als erfdeel geschonken.
20Daarna gaf Hij hun ongeveer vierhonderdvijftig jaar lang rechters tot aan Sámuël, den profeet.
21Toen vroegen ze een koning, en God gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit Benjamins stam, veertig jaar lang.
22Nadat Hij hem had verworpen, verwekte Hij hun David tot koning, van wien Hij heeft getuigd en gezegd “Ik heb David, den zoon van Jesse, gevonden, een man naar mijn hart, die volbrengen zal al wat Ik wil.”
23Uit zijn zaad heeft God, naar zijn belofte, voor Israël Jesus als Verlosser doen opstaan.
24Reeds vóór Hij optrad, had Johannes aan het ganse volk van Israël een doopsel van boete gepreekt;
25en toen zijn levenstaak ten einde liep, heeft Johannes gezegd “Hij, voor wien gij mij houdt, ben ik niet; maar zie, na mij komt er Een, wiens schoeisel ik niet waardig ben te ontbinden”.

Read Handelingen 13Handelingen 13
Compare Handelingen 13:18-25Handelingen 13:18-25